Pluriforme economie

Vlak voor de zomer hebben economiestudenten uit Maastrichte gepleit voor meer pluriformiteit tot de academische economie-opleidingen. Het curriculum wordt al decennialang gedomineerd door de neoklassieke economie; andere scholen worden verwaarloosd. We citeren de studenten: “Kort samengevat is de neoklassieke school de stroming die de economie beschouwt als een groot spinneweb van transacties, die gedreven worden door de voorkeuren van alwetende, perfect rationele individuen.” Geen wonder, zo is de suggestie, dat economen de kredietcrisis niet zagen aankomen, met zo’n wereldvreemde kijk op de economie. Het nieuwe studiejaar is alweer begonnen en, in ieder geval in Tilburg, heeft de neoklassieke economie nog steeds een monopolie in het economie-onderwijs. Hoewel, lees het standaard macro-leerboek van Gregory Mankiw en je komt in bijna de helft van het boek de klassieken tegen. Maar er is zeker heel veel neo-klassiek in het onderwijsprogramma. Heb je wat aan de neo-klassieke theorie? Minder dan sommigen denken. Je kunt er niet mee voorspellen, zoals John Maynard Keynes 75 jaar geleden al onze eigen Jan Tinbergen (vader van het CPB) probeerde duidelijk te maken (tevergeefs). Het economische beleid heeft ook weinig aan de economische wetenschap en eigenlijk om dezelfde reden: je hebt niks aan de voorspellingen. Toch moeten we de prominente positie van de neoklassieke economie in het academisch economisch onderwijs handhaven. Een neoklassieke ‘theorie’ is niets meer dan een logische redenering, gebaseerd op een aantal uitgangspunten, die tot een bepaalde conclusie leidt. Dat wil niet zeggen dat op basis van deze theorie een eendimensionale beschrijving van de werkelijkheid volgt. Met de neoklassieke economie kun je alle kanten op, zoals we zullen zien.

(meer…)

Peter Nijkamp als economisch onderzoeker

Peter Nijkamp had de reputatie van een economisch supertalent dat jaar in jaar uit tientallen artikelen produceerde en boeken deed verschijnen, totdat er ergens in 2013 deuken in zijn onkreukbare reputatie werden aangebracht. Er zou iets zijn met een promovenda van hem. Dit gerucht was echter maar een prelude tot meer. Nijkamp zelf, zo werd gesuggereerd, zou zich bezondigen aan plagiaat, zelfplagiaat en/of gewoon aan slechte wetenschap. Ikzelf heb altijd half en half bewondering gehad voor de productiviteit van Nijkamp. Die bewondering was echter gebaseerd op zijn reputatie, niet op het grondig lezen van zijn werk. Toen de ‘affaire Nijkamp’ in full swing was, besloot ik in recent academisch werk van hem (met Akrima Kourtit) te duiken. Hieronder het resultaat: een bespreking van drie artikelen. Het viel niet mee. (meer…)

Mijn eerste empirische onderzoek (1976-1978)

Na mijn afstuderen in 1976 als econometrist, kreeg ik een baan als tijdelijk wetenschappelijk medewerker bij de VU. Het idee was dat ik een proefschrift zou schrijven. Het onderzoek dat ik wilde doen was geïnspireerd door wie anders dan Jan Tinbergen. Tinbergen beweerde dat door de toename van het opleidingsniveau van de bevolking de inkomensongelijkheid in de maatschappij zou afnemen. Het is een misvatting, zo weet ik nu, maar toen wist ik dat nog niet.  (meer…)

Wat voor een wetenschap is economie?

Een verbeterde versie van deze blogpost vind je hier

De geboorte vond plaats in 1776 met het verschijnen van het boek The Wealth of Nations geschreven door Adam Smith (1723-1790). Dit was een briljant boek waarin voor het eerst het idee werd geformuleerd dat de ‘vrije markt’ onder sommige omstandigheden tot een optimaal resultaat leidt. Dit idee heeft de economie sindsdien niet meer verlaten, al zijn de omstandigheden waaronder de markt goed werkt, nu beter geformuleerd. Het is nu ook duidelijk dat soms markten helemaal niet werken. (meer…)